De nieuwe jaarlijkse taks op de effectenrekeningen. Tweede keer, goede keer?
25 March 2021
De voormalige taks op de effectenrekeningen werd reeds in oktober 2019 omwille van een aantal discriminaties door het Grondwettelijk Hof vernietigd. Op 26 februari 2021 trad de nieuwe jaarlijkse taks op de effectenrekeningen in werking. We lichten u de voornaamste krachtlijnen toe.
Wie zijn de belastingplichtigen?
In tegenstelling tot de vernietigde taks op de effectenrekeningen treft de nieuwe taks niet enkel effectenrekeningen aangehouden door natuurlijke personen, maar ook deze aangehouden door rechtspersonen, oprichters van juridische constructies, maatschappen en onverdeeldheden.
Belgische inwoners zijn onderworpen aan de taks voor effectenrekeningen aangehouden bij Belgische tussenpersonen, maar ook voor deze aangehouden bij buitenlandse tussenpersonen.
Niet-inwoners zijn de taks enkel verschuldigd voor effectenrekeningen aangehouden bij de Belgische tussenpersonen. Zij kunnen zich echter beroepen op een dubbelbelastingverdrag indien deze de heffingsbevoegdheid op vermogen toekent aan de woonstaat.
Financiële entiteiten (onder andere banken, verzekeraars en fondsen) zijn de taks niet verschuldigd voor effectenrekeningen die zij uitsluitend aanhouden voor eigen rekening.
Hoe wordt de belasting berekend?
De taks is verschuldigd voor effectenrekeningen waarvan de gemiddelde waarde tijdens de referentieperiode meer bedraagt dan € 1.000.000. De referentieperiode is een periode van twaalf opeenvolgende maanden die aanvangt op 1 oktober en eindigt op 30 september van het volgende jaar. De gemiddelde waarde wordt vastgesteld op basis van de waarde van de rekeningen op het einde van elk kwartaal, de zogenaamde referentietijdstippen. De eerste referentieperiode van dit jaar begint te lopen vanaf de inwerkingtreding van de wet, 26 februari 2021. Hierdoor zal de gemiddelde waarde voor de lopende referentieperiode maar drie in plaats van vier referentietijdstippen omvatten.
Voorbeeld: effectenrekening met onderstaande saldi op de referentietijdstippen
- 31 december 2020: de taks bestond nog niet, dus voor het lopend jaar is dit referentietijdstip niet van toepassing
- 31 maart 2021: waarde van € 1.500.000
- 30 juni 2021: waarde van € 1.300.000
- 30 september 2021: waarde van € 1.600.000
De gemiddelde waarde bedraagt bijgevolg: € 1.466.666,67 = (1.500.000 + 1.300.000 + 1.600.000)/3
In tegenstelling tot bij de vernietigde taks is het hier niet meer van belang hoeveel titularissen de effectenrekening telt, de gemiddelde waarde wordt dus niet meer gedeeld door het aantal titularissen.
Het tarief van de taks bedraagt 0,15% en wordt toegepast op het volledige kapitaal van de effectenrekening. Om te voorkomen dat de waarde van de effectenrekening als gevolg van deze heffing daalt tot onder het drempelbedrag van € 1.000.000, wordt in dat geval de taks beperkt tot 10% van het verschil tussen de heffingsgrondslag en het drempelbedrag.
Wat zijn de formaliteiten?
De inhouding, aangifte en betaling van de taks gebeurt door de Belgische financiële instelling. Indien er geen Belgische tussenpersoon is en de taks bijgevolg niet werd ingehouden, is de houder van de effectenrekening zelf verantwoordelijk voor de aangifte en betaling van de taks.
De concrete aangifteformaliteiten moeten nog door de Koning worden bepaald.
Antimisbruikbepalingen
De wet voorziet twee gevallen waarin een verrichting onweerlegbaar vermoed wordt misbruik uit te maken:
- Het splitsen van een effectenrekening in meerdere effectenrekeningen aangehouden bij dezelfde tussenpersoon;
- De omzetting van belastbare financiële instrumenten aangehouden op een effectenrekening naar financiële instrumenten op naam.
De wet voert bovendien een algemene antimisbruikbepaling in, deze betreft slechts een weerlegbaar vermoeden van misbruik zodat de belastingplichtige steeds kan bewijzen dat de handeling niet enkel met het oog op fiscale doeleinden werd verricht. De memorie van toelichting somt enkele voorbeelden op van handelingen die als misbruik aangemerkt kunnen worden in het kader van de nieuwe taks op de effectenrekeningen, onder andere:
- effectenrekeningen splitsen;
- verschillende effectenrekeningen openen en de effecten spreiden tussen de rekeningen;
- het onderbrengen van een effectenrekening in een buitenlandse rechtspersoon die de effecten vervolgens overplaatst naar een buitenlandse effectenrekening;
- alle effecten verkopen of transfereren om nulwaarden te creëren op referentietijdstippen teneinde de belastbare basis te verminderen.
De antimisbruikbepaling trad retroactief in werking op 30 oktober 2020.
Geen aftrekbare beroepskost
Deze nieuwe jaarlijkse taks op de effectenrekeningen is nooit een aftrekbare beroepskost, noch in de personenbelasting, noch in de vennootschapsbelasting.
Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise
Wijzigingen van de RSZ kortingen: Bent u nog mee?
Als werkgever kan u genieten van een aantal verminderingen van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid of ook doelgroepverminderingen genoemd. Er werden recent verschillende beperkingen ingevoerd aan deze voordelen. Wij vatten kort voor u samen.
Hervorming investeringsaftrek: Investeert u nog in 2024 of wacht u beter nog even?
In een wetsontwerp van 29 februari 2024 werd een hervorming van de investeringsaftrek opgenomen. Het ontwerp werd ondertussen goedgekeurd door het parlement en zal na ondertekening door de Koning gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad. De nieuwe regelgeving is van toepassing op activa die vanaf 1 januari 2025 verkregen of tot stand gebracht zijn. We lichten graag toe wat deze hervorming concreet inhoudt.
Het QPS-team staat klaar
om u te adviseren/assisteren
Aarzel niet com contact met ons op te nemen!