Vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing in de bouwsector
11 July 2019
De ondernemingen waarin ploegen- of nachtarbeid wordt verricht, kunnen reeds enige tijd genieten van de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing. De toepassingsvoorwaarden hiervan werden via de circulaire van 27 mei 2019 door de belastingadministratie verder toegelicht. Het is nu ook mogelijk om met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2018 deze vrijstelling te verkrijgen bij prestaties op werven in de bouwsector.
Wanneer uw onderneming actief is in de bouwsector en werken uitvoert in onroerende staat komt u mogelijk in aanmerking om als werkgever de vrijstelling van een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing te genieten.
Wat zijn de voorwaarden voor ploegenarbeid op werven?
1. Werken in ploegverband
Onder ploegenarbeid wordt hier het volgende verstaan:
- het werk wordt verricht door één of meerdere ploegen;
- de ploeg(en) bestaat/bestaan uit minstens twee personen;
- de ploeg(en) doet/doen hetzelfde of complementair werk, zowel qua inhoud als qua omvang.
2. Werken op de werf
De ploeg(en) moet(en) het werk steeds op locatie (op de werven) verrichten. Werken op de eigen maatschappelijke zetel in ateliers of magazijnen is dus uitgesloten, zelfs wanneer men deze verricht ter voorbereiding van de werken op een werf.
3. Werken in onroerende staat
In hoofdzaak moet het gaan om werken in onroerende staat zoals gedefinieerd in het Btw-Wetboek, zijnde het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed, en de handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt.
Daarnaast komen ook werken met betrekking tot centrale verwarming, airconditioning, ketels, radiatoren, sanitaire en elektrische installaties, bouwkasten, gootsteen, wand- en vloerbekleding in aanmerking.
4. Het minimum bruto-uurloon en inhouding bedrijfsvoorheffing
De werkgever moet voor werknemers die werken in onroerende staat uitvoeren een bruto-uurloon toekennen van minstens 13,75 euro (2018) en 13,99 euro in 2019, gelijkgesteld met een ploegenpremie. Daarnaast moet de werkgever bedrijfsvoorheffing verschuldigd zijn die volledig op de bezoldigingen en/of ploegenpremies wordt ingehouden.
Alle werknemers van de ploeg moeten dit bruto-uurloon ontvangen, met uitzondering van studenten verbonden met een studentenovereenkomst en leerlingen in alternerende opleiding.
De vrijstelling kan enkel worden toegepast op de bedrijfsvoorheffing die verschuldigd is op alle belastbare bezoldigingen, behoudens vakantiegeld, achterstallige bezoldigingen en andere premies, o.a. eindejaarspremies.
5. De 1/3de norm
Iedere werknemer moet 1/3de van zijn arbeidstijd 'werken in onroerende staat op locatie' uitvoeren. De beoordelingsperiode is steeds de betrokken kalendermaand waarvoor de vrijstelling wordt toegepast.
Hoeveel bedraagt de vrijstelling?
Het vrijstellingspercentage van doorstorting van bedrijfsvoorheffing bedraagt momenteel 6% (in 2018: 3%). Vanaf 2020 wordt dit percentage zelfs opgetrokken naar 18%.
Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise
Strengere regels voor hand- en bankgiften vanaf 1 januari 2025 – Nog snel schenken in 2024?
Bent u van plan om op korte termijn via hand- of bankgift roerende goederen te schenken, doe dit dan bij voorkeur nog in 2024.
Nieuwe verplichtingen in de bouw- en schoonmaaksector
Zelfstandige of vennootschap in de bouw- of schoonmaaksector? In 2024 zijn er twee bijkomende verplichtingen ingevoerd. In deze blog brengen wij u graag op de hoogte van deze nieuwigheden.
Het QPS-team staat klaar
om u te adviseren/assisteren
Aarzel niet com contact met ons op te nemen!