Nieuwe informatieplicht voor huurders die betaalde huur in aftrek nemen als beroepskost

29 February 2024

De manier waarop huurinkomsten in de personenbelasting belast worden, is afhankelijk van het gebruik van het onroerend goed dat verhuurd wordt, privé dan wel beroepsmatig. De fiscus heeft echter niet altijd een goed zicht hierop. Er wordt daarom een nieuw controlemiddel in het leven geroepen om na te gaan of de verhuurder de inkomsten uit zijn onroerende goederen correct in zijn belastingaangifte verwerkt. 

We lichten dat graag toe met een voorbeeld.

Belasting op verhuur voor privégebruik

Personen die hun onroerende goederen verhuren voor privégebruik, worden belast op het geïndexeerde kadastraal inkomen verhoogd met 40%. De grondslag voor de belasting blijft hetzelfde, nl. het kadastraal inkomen, ongeacht hoeveel huur er werkelijk betaald wordt.

Een woning met een kadastraal inkomen van bijvoorbeeld 1.000 euro verhuurd voor privégebruik, heeft een belastbare basis van 2.928,10 euro ( dit is 1.000 x 2,0915 x 1,4). Rekening houdend met 50% personenbelasting en 8% gemeentebelasting, kan de personenbelasting geraamd worden op 1.581,17 euro.

 

Belasting op verhuur voor beroepsdoeleinden

Wanneer het onroerend goed door de huurder echter aangewend wordt voor beroepsdoeleinden, wordt de verhuurder belast op de werkelijk ontvangen huurinkomsten.

Wanneer dezelfde woning (met een kadastraal inkomen van 1.000 euro) door de huurder aangewend wordt voor beroepsdoeleinden en deze 1.000 euro huur per maand betaalt, ziet de belasting in hoofde van de verhuurder er als volgt uit:

1.000 euro huur * 12 maanden = 12.000,00 euro

Minus kostenforfait (laagste van de 2 opties):

  • Ontvangen huur * 40% = 12.000,00 euro * 40% = 4.800,00 euro
  • 2/3 * KI * revalorisatiecoëfficiënt = 2/3 * 1.000,00 euro * 5,37 = 3.580,00 euro

Belastbare basis = 12.000,00 euro – 3.580,00 euro = 8.420,00 euro

Rekening houdend met hetzelfde belastingtarief van 50% personenbelasting en 8% gemeentebelasting, kan de personenbelasting geraamd worden op 4.546,80 euro.

De bestemming van het onroerend heeft dus een grote impact op de belasting in hoofde van de verhuurder.

 

Informatieplicht als voorwaarde voor kostenaftrek

Om te controleren of de verhuurder bij verhuur voor beroepsgebruik zijn onroerende inkomsten aangeeft op basis van het netto huurinkomen, wordt er bij de fiscale aangiften (zowel personenbelasting als vennootschapsbelasting) een nieuwe bijlage toegevoegd.

De informatieplicht wordt opgelegd aan de huurder en niet aan de verhuurder. Betaalde huur kan vanaf aanslagjaar 2024 (inkomstenjaar 2023) namelijk enkel als beroepskost in aftrek genomen worden mits het invullen van een bijlage bij de belastingaangifte. Dit geldt zowel voor particulieren, zelfstandigen en rechtspersonen die de betaalde huur als beroepskost in aftrek nemen.

De volgende informatie moet meegedeeld worden:

  • De naam, het adres en het rijksregisternummer of het ondernemingsnummer van de verhuurder;
  • Het adres van het onroerend goed;
  • Het bedrag van de betaalde huurvergoedingen;
  • Het gedeelte van de huurvergoedingen dat als beroepskost in aftrek werd genomen.

De verplichting is ook van toepassing voor vergoedingen voor een recht van erfpacht, een recht van vruchtgebruik, een erfdienstbaarheid of een recht van opstal. Er moet geen informatie meegedeeld worden voor vergoedingen waarvoor verplicht een factuur moet worden opgemaakt.

Bent u een onderneming die verschillende locaties of panden huurt, ga dan tijdig op zoek naar de nodige informatie. Dit om de fiscale aftrekbaarheid van de door u betaalde huurgelden te kunnen garanderen.

De kracht van QPS Accountants? Doordringen tot de kern van uw KMO en zorgen voor een helder inzicht.

Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise

Nieuwe verplichtingen in de bouw- en schoonmaaksector

Nieuwe verplichtingen in de bouw- en schoonmaaksector

Zelfstandige of vennootschap in de bouw- of schoonmaaksector? In 2024 zijn er twee bijkomende verplichtingen ingevoerd. In deze blog brengen wij u graag op de hoogte van deze nieuwigheden.

Nieuw aansprakelijkheidsrecht vanaf 2025: behoed u nu al voor de mogelijke risico’s

Nieuw aansprakelijkheidsrecht vanaf 2025: behoed u nu al voor de mogelijke risico’s

De nieuwe tekst van Boek 6 uit het Nieuw Burgerlijk Wetboek verscheen op 1 juli in het Belgisch Staatsblad en regelt de buitencontractuele aansprakelijkheid van hulppersonen, zoals onder andere bestuurders, werknemers en onderaannemers.

Het doel van het aansprakelijkheidsrecht is dat iemand aansprakelijk gesteld kan worden ingeval er door een fout schade werd veroorzaakt en dat de schade vergoed wordt.

Het QPS-team staat klaar

om u te adviseren/assisteren

Aarzel niet com contact met ons op te nemen!

Contacteer ons