Wijzigingen in het vooruitzicht voor het fiscaal voordelig regime van auteursrechten

23 November 2022

De Ministerraad van 18 november keurde in tweede lezing een voorontwerp van Programmawet goed. Deze wet voorziet in een sterke inperking van het toepassingsgebied van het fiscaal voordelig regime voor auteursrechten. De oorzaak hiervan is te vinden in de erg brede toepassing van het regime vandaag de dag.

De inwerkingtreding voor de nieuwe regelgeving wordt voorzien op 1 januari 2023, echter is op moment van dit schrijven het wetsontwerp nog niet publiek beschikbaar. De precieze invulling van de wet zal nog moeten blijken.

Voordelig fiscaal regime personenbelasting

Sinds 2018 geldt er een fiscaal voordelige regeling voor de inkomsten uit auteursrechten. Dergelijke inkomsten worden voor fiscale doeleinden tot € 64.700 (inkomstenjaar 2022) geacht roerende inkomsten te zijn en dus afzonderlijk belastbaar tegen een gunstiger tarief dan de progressieve tarieven waartegen beroepsinkomsten belast worden.

Deze inkomsten worden in hoofde van natuurlijke personen afzonderlijk belast tegen slechts 15%. Op deze inkomsten is bovendien een voordelig kostenforfait van 50% van toepassing op de eerste schijf van € 17.090 (inkomstenjaar 2022) en een kostenforfait van € 25% op de daaropvolgende schrijf van € 17.090 (inkomstenjaar 2022). Hetgeen een belastingdruk van respectievelijk 7,5%, 11,25% en 15% betekent en dus erg voordelig is.

 

Voorgenomen wijzigingen

Inperking van het toepassingsgebied

Door het zeer voordelige taxatieregime wordt van dit systeem de laatste jaren gretig gebruik gemaakt door diverse beroepscategorieën, waaronder schrijvers en kunstenaars, maar ook architecten, consultants, marketeers en de IT-sector.

Naar verluidt heeft de wetswijziging de bedoeling om terug te keren naar de oorspronkelijke doelstelling, namelijk een passend fiscaal regime voor onregelmatige en wisselvallige inkomsten uit artistieke activiteiten. In de wandelgangen wordt gefluisterd dat het opzet is om de architecten, consultants, marketeers en de IT-sector van het regime uit te sluiten, terwijl de klassieke kunstenaars en bijvoorbeeld de game-ontwikkelaars gespaard zullen blijven.

Bijkomend wordt een zogenaamde “exploitatievereiste” toegevoegd. Dit komt erop neer dat de auteursrechtelijk beschermde werken geëxploiteerd dienen te worden. De precieze invulling van dit begrip dient nog te blijken.

Bovendien zal de rechthebbende moeten beschikken over een ‘kunstwerkattest’. Indien de belastingplichtige niet beschikt over dergelijk attest, kan de nieuwe regeling alsnog van toepassing zijn indien hij/zij het door het auteursrecht of de naburige rechten beschermde werk aan een derde overdraagt of in licentie geeft met het oog op mededeling aan het publiek, openbare uitvoering of reproductie. De precieze invulling of beoordeling van deze voorwaarde moet eveneens blijken uit de parlementaire stukken.

Wijzigingen aan de grensbedragen

Het absolute maximum van € 37.500 (geïndexeerd € 64.070 voor inkomstenjaar 2022) blijft overeind, echter legt de wetgever een proportionaliteitsvoorwaarde op. Deze voorwaarde wordt overgenomen uit de rulingpraktijk van de afgelopen jaren, waar verschillende voorafgaande beslissingen afgeleverd werden over welk aandeel van de vergoeding de vorm kan aannemen van een vergoeding voor auteursrechten. Vanaf inkomsten 2025 zal de auteursrechtelijke vergoeding slechts 30% mogen uitmaken van de totale vergoeding indien deze gepaard gaat met geleverde prestaties (40% voor inkomstenjaar 2024 en 50% voor inkomstenjaar 2023).

Deze beperking geldt bijgevolg niet in situaties waarin de auteursrechtelijke vergoeding niet gepaard gaat met prestaties of naderhand verkregen wordt, losstaand van de initiële vergoeding (denk hierbij aan een fotograaf die de rechten op foto’s die hij in stock heeft overdraagt).

Een andere beperking gaat nog verder. Zelfs indien het absolute maximum en de voormelde verhouding niet overschreden worden, kan het volledige inkomen alsnog uitgesloten worden van het auteursrechtenregime. Wanneer het gemiddelde inkomen uit auteursrechten en naburige rechten in de vier vorige belastbare tijdperken meer dan € 37.500 (te indexeren) gemiddeld per jaar bedroegen, dan worden de auteursrechten van het betrokken jaar niet langer wettelijk vermoed 'roerende inkomsten' te zijn (ook niet ten aanzien van het gedeelte dat de grens niet overschrijdt) en komen zij dus niet in aanmerking voor het gunstige taxatieregime, maar worden zij belast als beroepsinkomsten aan de progressieve belastingtarieven.

 

Hoe vertaalt dit zich in de praktijk?

Overgangsregime

Voor wie volgens de huidige regeling in aanmerking komt, maar niet voldoet aan de voorwaarden van het nieuwe stelsel zou voorzien worden in een overgangsregime van 1 jaar.

Voor het inkomstenjaar 2023 kunnen zij namelijk nog genieten van het gunstige fiscale regime, maar hun inkomsten worden al belast volgens de regels en beperkingen van het nieuwe regime. Voor deze belastingplichtigen worden bovendien nog 2 bijkomende beperkingen opgelegd:

  • Het plafond wordt gehalveerd;
  • De schijven voor de toepassing van het kostenforfait worden gehalveerd.

Ook belastingplichtigen die in het verleden een voorafgaande beslissing ontvingen, hebben recht op een overgangsperiode van 1 jaar. Na dit jaar kunnen zij geen rechten meer doen gelden op basis van hun verkregen voorafgaande beslissingen.

We merken tot slot nog op dat de rulingcommissie voorlopig geen voorafgaande beslissingen meer aflevert aangaande de vergoedingen voor auteursrechten.

Zoals aangehaald is deze nieuwe regeling momenteel nog geen wet. We houden u uiteraard op de hoogte over de stand van zaken.

De kracht van QPS Accountants? Doordringen tot de kern van uw KMO en zorgen voor een helder inzicht.

Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise

Voorafbetalingen belastingen: niet langer optioneel door hoge boetes

Voorafbetalingen belastingen: niet langer optioneel door hoge boetes

U wordt als ondernemer bestraft indien u geen voorschot op de verschuldigde belastingen betaalt aan de fiscus. Doet uw vennootschap of eenmanszaak geen of onvoldoende voorafbetalingen, dan straft de fiscus met een boete die opgelopen is tot 9% van de belastingschuld (van toepassing vanaf aanslagjaar 2025). Deze boete bedroeg voorheen 6,75% voor vennootschappen en 4,5% voor eenmanszaken. De fiscus tracht op deze manier het tijdig betalen van voorschotten te stimuleren.

Nieuwe wettelijke rente voor leningen aan bedrijfsleiders: is het nog zinvol om uw rekening-courant om te zetten naar een lening van bepaalde duur?

Nieuwe wettelijke rente voor leningen aan bedrijfsleiders: is het nog zinvol om uw rekening-courant om te zetten naar een lening van bepaalde duur?

Een vennootschap kan geld ter beschikking stellen aan haar bedrijfsleider op verschillende manieren. Zij kan bijvoorbeeld een leningsovereenkomst sluiten met de bedrijfsleider of geld ter beschikking stellen via de rekening-courant.

Het QPS-team staat klaar

om u te adviseren/assisteren

Aarzel niet com contact met ons op te nemen!

Contacteer ons