Jarenlange discussie eindelijk opgelost? Wetgeving betreffende de belasting op Nederlandse aanvullende pensioenen aangepast

28 March 2022

De Belgische fiscale wetgever heeft de wetgeving inzake de belastingheffing over Nederlandse collectieve aanvullende pensioenen aan Belgische rijksinwoners aangepast. Deze materie zorgde sinds jaar en dag voor discussies tussen de fiscus en de belastingplichtige. Belgische rijksinwoners met een professionele loopbaan in Nederland bouw(d)en in veel gevallen een Nederlands aanvullend pensioen op.

Algemeen

Overeenkomstig artikel 18 van het Belastingverdrag tussen Nederland en België is de woonstaat in beginsel heffingsbevoegd over pensioenen. Dit betekent dat Nederlandse pensioenen, die worden uitgekeerd aan inwoners van België, in principe belastbaar zijn in België (woonland). 

Voor de wetswijziging

Indien men kon aantonen dat de Nederlandse pensioenrechten verworven werden in het individueel en definitief voordeel van de belastingplichtige werden deze geacht belast te zijn bij de opbouw ervan. De uitkering ervan kon in België niet progressief worden belast maar wel als een lijfrente (als roerend inkomen). Dit heeft als gevolg dat de pensioenuitkering in België niet belast werd op basis van het werkelijk ontvangen bedrag aan de progressieve tarieven, maar wel over een fictief inkomen gelijk aan 3% van de waarde van het pensioenkapitaal aan een afzonderlijk tarief van 30%.

De Belgische administratie houdt echter al jaren vol dat de uitkeringen in België belastbaar zijn aan de gewone progressieve tarieven en niet volgens het gunstig regime van de lijfrente zoals hierboven beschreven. Dit gezien sinds de zogenaamde Nederlandse WAP-wet van 2004 de pensioenopbouw vrijgesteld werd in Nederland. De fiscus werd hier echter meermaals voor teruggefloten door de rechtbanken.

 

Wetswijziging van 21 januari 2022 moet oplossing bieden

Door middel van een wijziging van de fiscale wetgeving wil de belastingadministratie zijn visie wettelijk verankeren en hiermee de negatieve rechtspraak buitenspel zetten.

De wetswijziging heeft tot gevolg dat periodieke uitkeringen van collectieve aanvullende pensioentoezeggingen uit Nederland, waarvan de opbouw aanleiding heeft gegeven tot ‘fiscale faciliëring’, voortaan door de wet als een aanvullend pensioen beschouwd worden. Fiscale faciliëring’ betekent dat bij de opbouw van het pensioen in Nederland fiscale voordelen zijn toegekend in hoofde van de Belgische genieter van de latere uitkeringen. 

Door de kwalificatie als aanvullend pensioen is België op basis van het dubbelbelastingverdrag met Nederland bevoegd om de uitkeringen te belasten. Nederland moet een vrijstelling verlenen. Deze pensioenuitkeringen zijn in België voortaan steeds onderworpen aan het progressief tarief van de personenbelasting.

 

Hoe dubbele belasting voorkomen?

De wetswijziging heeft een retroactieve werking en gaat al in vanaf het inkomstenjaar 2021. Het is dus niet uitgesloten dat u via de inhouding van Nederlandse loonheffing tijdens 2021 en 2022 in Nederland al belasting betaald hebt op de uitkering van uw pensioen. Deze belasting zal in Nederland teruggevraagd moeten worden via een Nederlandse aangifte inkomstenbelasting. Bovendien moet u een vrijstelling van loonheffing aanvragen in Nederland om toekomstige inhoudingen te vermijden.

Wij assisteren u graag met deze fiscale formaliteiten dus neem gerust contact met uw QPS dossierbeheerder.

De kracht van QPS Accountants? Doordringen tot de kern van uw KMO en zorgen voor een helder inzicht.

Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise

Uitstel bijkomende gegevens verhoudingsgetal of werkelijk gebruik

Uitstel bijkomende gegevens verhoudingsgetal of werkelijk gebruik

De fiscus verleent een uitstel van de nieuw ingevoerde verplichting in hoofde van gemengde en gedeeltelijke btw-plichtigen om gedetailleerde informatie te bezorgen over hun btw-aftrek.

Voorafbetalingen belastingen: niet langer optioneel door hoge boetes

Voorafbetalingen belastingen: niet langer optioneel door hoge boetes

U wordt als ondernemer bestraft indien u geen voorschot op de verschuldigde belastingen betaalt aan de fiscus. Doet uw vennootschap of eenmanszaak geen of onvoldoende voorafbetalingen, dan straft de fiscus met een boete die opgelopen is tot 9% van de belastingschuld (van toepassing vanaf aanslagjaar 2025). Deze boete bedroeg voorheen 6,75% voor vennootschappen en 4,5% voor eenmanszaken. De fiscus tracht op deze manier het tijdig betalen van voorschotten te stimuleren.

Het QPS-team staat klaar

om u te adviseren/assisteren

Aarzel niet com contact met ons op te nemen!

Contacteer ons