De gelijkschakeling van het pensioen van zelfstandigen aan dat van werknemers. Welke concrete wijzigingen worden doorgevoerd en wat betekent dit voor u als zelfstandige?
28 June 2021
Al jaar en dag worden de pensioenen van zelfstandigen berekend op slechts 69% van het beroepsinkomen. Hier is zeer recent verandering in gekomen. De federale regering werkte namelijk een nieuwe berekeningsmethode uit voor de pensioenen van zelfstandigen, waarin deze correctiecoëfficiënt van 69% sneuvelde.
Welke wijzigingen werden doorgevoerd?
Voor elk loopbaanjaar dat start na 31 december 2020 zal 100% van het beroepsinkomen van de zelfstandige in aanmerking genomen worden voor de berekening van rustpensioenen, overlevingspensioenen en de overgangsuitkeringen van zelfstandigen die ingaan vanaf 1 januari 2022.
Bovendien zal ook het maximumbedrag van het beroepsinkomen dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het pensioen verhoogd worden met 2,38%. Dit maximumbedrag zal jaarlijks verhoogd worden tot in 2024, zodat het uiteindelijk 9,86% hoger zal liggen dan op dit moment.
Vanaf wanneer is dit van toepassing?
Zoals vermeld zullen deze aanpassingen enkel van toepassing zijn op loopbaanjaren die ten vroegste aanvangen op 1 januari 2021. Indien u in 2021 uw zelfstandige activiteit aanving, zal deze nieuwe berekening dus van toepassing zijn op al uw loopbaanjaren als zelfstandige. Indien u echter reeds langere tijd actief bent als zelfstandige en u bijvoorbeeld over 15 jaar met pensioen zal gaan, zal u enkel voor de komende 15 jaar van deze voordeligere berekeningsmethode kunnen genieten.
Wat betekent dit in concrete cijfers?
Een voorbeeld zal de mogelijke impact van de aanpassing weergeven. Voor een zelfstandige met een jaarinkomen van € 30.000 zal de afschaffing van de correctiecoëfficiënt zorgen voor ten minste € 123,38 aan extra pensioenrechten op jaarbasis. Voor een volledige loopbaan van 45 jaar die start vanaf 1 januari 2021 zal dit € 5.552,10 (45 x € 123,38) meer aan pensioen op jaarbasis betekenen.
Zal ik dan als zelfstandige meer sociale bijdrage moeten betalen?
Dat zelfstandigen in het verleden minder pensioen ontvingen dan werknemers, werd verantwoord door het feit dat zij minder sociale bijdragen betalen. De sociale bijdragen van werknemers bestaan enerzijds uit een werkgeversbijdrage van 20,5% en anderzijds uit een persoonlijke bijdrage van 13,07%. Zelfstandigen daartegenover betalen een sociale bijdrage van 20,5% op hun inkomen.
De regering vindt een aanpassing aan deze percentages echter niet nodig. De bijdragen van werknemers zorgen namelijk voor de financiering van een veel uitgebreider stelsel van sociale zekerheid, waaronder werkloosheidsuitkeringen, die in principe niet bestaan voor zelfstandigen. Bovendien worden de sociale bijdragen van een zelfstandige steeds berekend op een minimuminkomen van € 14.042,57 (in 2021). Ook een zelfstandige die minder dan dit minimuminkomen verdient, betaalt sociale bijdragen op € 14.042,57.
Deze wetswijziging zal u als zelfstandige dus meer pensioen opleveren zonder dat u daarvoor tijdens uw actieve loopbaan meer moet bijdragen.
Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise
Strengere regels voor hand- en bankgiften vanaf 1 januari 2025 – Nog snel schenken in 2024?
Bent u van plan om op korte termijn via hand- of bankgift roerende goederen te schenken, doe dit dan bij voorkeur nog in 2024.
Nieuwe verplichtingen in de bouw- en schoonmaaksector
Zelfstandige of vennootschap in de bouw- of schoonmaaksector? In 2024 zijn er twee bijkomende verplichtingen ingevoerd. In deze blog brengen wij u graag op de hoogte van deze nieuwigheden.
Het QPS-team staat klaar
om u te adviseren/assisteren
Aarzel niet com contact met ons op te nemen!